Journalisten over natuurbegraven

Nog steeds als journalisten over natuurbegraven schrijven volgen ze het positieve beeld dat natuurbegraven populair zou zijn. Een positief gevoel over ‘natuurbegraven’ is knap ‘in de markt’ gezet. En, tamelijk schokkend, zo goed als alle journalisten praten tot voor kort deze marketingboodschap gewoon na, zonder te checken of de beweringen op feiten berusten. Sinds 2015 zetten we de door ons gevonden feiten tegenover de marketing verhalen en gelukkig voor onze kwetsbare en schaarse natuur keert het tij. Het is schokkend dat we voor de bescherming van onze natuur niet meer onvoorwaardelijk bij Natuurmonumenten terecht kunnen.

Hieronder zetten we één en ander in feitelijke en normale proporties.

‘Natuurbegraven voorziet in een enorme behoefte’

FEITEN: De ‘groeiende vraag’ waarover u steeds hoort, is marketingtaal. Mensen die een natuurgraf kopen zijn een marginale groep. In 2014 zijn er nog geen 200 mensen in een natuurgraf begraven. Terwijl er meer dan 140.000 mensen zijn overleden. De grafrechthandel verwacht een marktaandeel van 5%, maar deze prognose is nergens op gebaseerd. De meeste natuurbegraafplaatsen hebben slechts enkele begrafenissen per jaar en lijden zware verliezen. Nu is het 0.15% van het aantal overledenen dat in een natuurgraf begraven wordt; 63% koos voor cremeren en 37% voor begraven op een algemene begraafplaats. Prognoses wijzen er op dat steeds meer mensen kiezen voor cremeren.

Stel dat de marketing gaat werken en natuurbegraven wél een succes wordt. De beloofde ‘eeuwigdurende grafrust’ zorgt er dan voor dat begraafplaatsen in de natuur vol raken. Dat zou betekenen dat er in Nederland steeds nieuwe natuurgebieden moeten worden omgevormd tot begraafplaats. Hoeveel natuur willen we daaraan opofferen?

‘Wie een grafrecht koopt, steunt natuurorganisaties’

FEITEN: Natuurmonumenten (NM) denkt geld te verdienen door in zee te gaan met Natuurbegraven Nederland BV. Samen wil men ca. vijftien natuurbegraafplaatsen openen in gebieden van NM. NM zou daarvoor een pachtsom ontvangen van, naar verluidt, zo’n € 600 per hectare per jaar. Voor vijftien begraafplaatsen van vijftien hectare levert dat NM jaarlijks (slechts voor de duur dat er grafrechten verkocht worden) een bedrag op van € 135.000. Verkoopt de commerciële uitbater 0,2 grafrecht per hectare per jaar dan zijn deze kosten er al uit… En waar blijft de openheid over wie de winsten krijgt?

Maar wat kost dat Natuurmonumenten? Het is bijvoorbeeld de vraag of de overheid NM straks nog wel mag steunen en of de Postcodeloterij NM nog wel zo ruimhartig blijft subsidiëren als zij dergelijke commerciële activiteiten gaat ontplooien. En dan gaat het om veel grotere bedragen: aan overheidssubsidies ontving NM in 2014 46,4 miljoen euro en van de Postcodeloterij kwam er minimaal 15,2 miljoen binnen (jaarrekening NM 2014, blz 68 t/m 75). Indien één van deze twee inkomstenbronnen voor 0,01% besluit te minderen dan kost natuurbegraven NM meer geld dan het oplevert.
Verder is het de vraag of leden van NM wel zo blij zijn met de omvorming van ‘hun’ natuur tot begraafplaats.

Onze conclusie: natuurbegraven gaat natuurorganisaties meer geld kosten dan dat het ze ooit zal opleveren.

‘Met de aanschaf van een natuurgraf draagt u bij aan de vorming van nieuwe natuur’

Begraven en natuurbehoud horen niet bij elkaarFEITEN:  Tot nu toe is er in Nederland met natuurbegraven niet of nauwelijks nieuwe natuur gevormd. In de meeste gevallen wordt een bestaand natuurgebied of landgoed omgevormd tot begraafplaats.
Met het begraven van stoffelijke overschotten komen er schadelijke stoffen in de bodem. Ons lichaam bevat onder andere cadmium, kwik, resten van medicijnen en conserveringmiddelen en soms protheses. Niet echt natuurlijk.

‘Met natuurbegraven heeft u in één keer alles geregeld’

FEITEN: Aan kopers van een natuurgraf wordt – na betaling van een eenmalige som geld – eeuwigdurende grafrust beloofd. Het is de vraag hoe rustig die grafrust is. Stoffelijke resten kunnen door verschillende oorzaken naar boven komen. Aasetende dieren als vos en hond kunnen resten opgraven. Omvallende bomen kunnen met hun wortels een graf lichten. En door werking van de bodem kunnen stoffelijke resten, net als zwerfkeien, aan de oppervlakte komen.
De vraag is dus wie die eeuwige grafrust gaat garanderen. De grafrechthandelaren zullen dat in ieder geval niet doen. Die huurt of koopt een natuurgebied, legt het vol graven en schenkt het vervolgens ‘ruimhartig’ aan een natuurorganisatie of aan een rechtspersoon van nabestaanden of zegt de huur op zodra de grafrechten zijn geïnd.

‘Natuurbegraven is een enorme hype’

FEITEN: Dat klopt. Er zijn tientallen initiatieven voor de aanleg van een natuurbegraafplaats. Waar zullen straks alle doden vandaan komen? De meeste van de 20 reeds bestaande natuurbegraafplaatsen hadden vorig jaar niet of nauwelijks klanten. In 2014 zijn er niet meer dan 200 overledenen in een natuurgraf begraven tegen 140.000 elders.

 

Natuurbegraven in de (landelijke) media

  • 17 januari 2017 – EenVandaag – Radio 1 en TV, met een schokkend relaas van een boswachter van Natuurmonumenten op de Mookerheide waarin hij pleit voor vermesting van de natuur. Miljoenen belastinggeld heeft Natuurmonumenten gekregen om te verschralen. Moet zij dat niet eerst terug betalen nu ze op meer dan 15 (de mooiste) natuurmonumenten besluit om nutriënten en andere schadelijke stoffen in de natuur te begraven?
  • 26 november 2016 – Trouw – Opinie Natuur komt er bekaaid van af.
  • 22 november 2016 – Trouw – een strip van Pieter Geenen.
  • 21 november 2016 – Trouw – Weerstand tegen natuurbegraven.
    In de Verdieping van dezelfde dag een achtergrondartikel ‘Een eeuwig plekje in de natuur’.
  • 20 november 2016 – Telegraaf – Bos en hei veranderen in macabere dodenakkers (pag. 8 en 9).
  • 28 januari 2016 – Federatie van Particulier Grondbezit – analyse door Hans Kamerbeek, bioloog en financieel-economisch journalist.
  • 26 januari 2016 – Radio 1 Dit is de dag, 18.50 uur – discussie met voor- en tegenstanders van natuurbegraven. Daarin benadrukt de natuurbegraafsector hoe dankbaar kopers van een natuurgraf en nabestaanden zijn en hoeveel troost een natuurgraf biedt. Stichting Natuurbegraafplaats-waaromniet.nl begrijpt heel goed dat zo’n ‘eeuwig’ graf in de natuur troostrijk is. Maar dat is ons inziens nog geen vrijbrief om natuurbegraven ‘dus’ zonder meer toe te staan. Het individuele belang moet volgens ons zorgvuldig worden afgewogen tegen het maatschappelijk belang van ongeschonden natuurgebieden en natuurbeleving. En tegen de belangen van flora en fauna, waterhuishouding, potentiële archeologische vindplaatsen en oorspronkelijke bodemstructuren.
  • 26 januari 2016 – Caspar Janssen in de Volkskrant – Natuurbegraven als lucratief verdienmodel. Eerste artikel in landelijk dagblad dat – op enkele punten – aandacht geeft aan de forse bezwaren rond natuurbegraven.
  • 29 december 2015 – Caspar Janssen in de Volkskrant – Tegen betaling mogen mensen hun lichaam inclusief kunstheupen, metaal- en medicijnresten, heel organisch laten opgaan in de natuur.

Zie ook onze nieuws rubriek, en Twitter account voor het laatste nieuws.

Met meer details zie ook: argumenten voor en tegen.
Informatie waar een gemeente(raad) wel oplet: verzet en protest.
De nieuwe natuurwet maakt de situatie nog ernstiger: NRC Handelsblad 21 januari 2016 – Dolf Logemann – Dassenburcht uitroken? Ga je gang.

Opgebrachte grond is niet geschikt voor natte periodes en begraven

Op natuurbegraafplaats de Maashorst is veel (slechte) grond opgebracht. De graven liggen er bij een buitje regen ‘nogal nat’ bij.

Sinds januari 2018 vatten we onze zorgen met de volgende slogan samen:

Breng de natuur naar de begraafplaats
en niet de begraafplaats naar de natuur.

12% van ons land is natuur, hoeveel procent willen we eigenlijk omvormen tot begraafplaats?
In geval de prognoses van de natuurbegraaf exploitanten werkelijkheid worden dan begraven we binnenkort jaarlijks 5 tot 15% van onze dierbaren d.w.z. 7 tot meer dan 21 duizend stoffelijke overschotten PER JAAR in ons kwetsbare natuur- en cultuurlandschap. Voor elk stoffelijk overschot tenminste 25 m2.

Om eerlijk te zijn zouden wij tegen iedereen die dat horen wil willen zeggen: ‘daar gaan we toch niet aan beginnen? Waarom doen we dit eigenlijk? Wie is daar uiteindelijk bij gebaat? Hoe lang kunnen we dit volhouden? Is daar in ons dichtbevolkte landje wel prioriteit voor?’